Beachvolleybal
Beachvolleybal wordt gespeeld op een ondergrond van gras of zand, maar meestal op het strand. Het belangrijkste verschil met zaalvolleybal is dat een team minder spelers kent. In internationale wedstrijden zijn het er twee, maar op lager niveau kunnen dit ook drie, vier of vijf zijn. Een geslaagde poging, of een fout van de tegenstander, levert een punt op. Wie het eerst 21 punten heeft behaald wint de set.
Spelregels
Het blok geldt als een contact, hierna mag de bal nog maar 2 keer worden aangeraakt alvorens over het net gespeeld te worden. De bal mag na een blok door de blokkeerder nogmaals worden gespeeld. Dit wordt geteld als 2 contacten. Het spel bestaat uit maximaal 3 sets, set 1 en 2 gaan tot 21 punten, set 3 gaat tot 15 punten. Alleen met 2 punten verschil kan de set gewonnen worden. Na iedere zeven gespeelde punten wordt van speelhelft gewisseld om voordeel van zon of wind te voorkomen.
Feiten:
• Er zijn geen vaste posities voor spelers in het veld
• De bal is zwaarder en zachter
• Het veld is 8 bij 16 meter
• Er is geen middenlijn; er kan dus ook geen lijnfout worden gemaakt door het overschrijden van deze lijn, al mag de tegenstander geen hinder ondervinden als de speler onder het net doorkomt
• Belijning wordt gemaakt door het spannen van touwen; een bal is "in" als de (afdruk van de) bal de lijn raakt
Spelen van Beachvolleybal
Bij het bovenhandse spelen van de bal hoeft er geen kort contact te zijn, wel moet de bal loodrecht op de schouderlijn worden gespeeld en mag dus niet zijdelings worden gespeeld. Na het bovenhands spelen mag de bal geen draaiende beweging vertonen, dat wil zeggen niet meer dan één volledige omwenteling maken. Als een bal naar de overzijde wordt gespeeld mag er geen zacht/lang contact zijn. Dit wordt ook wel hard contact genoemd. Vormen hiervan zijn een (harde) aanval, onderhandse techtniek of knokkel. Eigenlijk alle varianten waar niet met de vingers sturing aan de bal kan worden gegeven.